Titus Livius: zijn werkVanaf zijn dertigste heeft Livius gewerkt aan een enorm project: het beschrijven van de Romeinse geschiedenis vanaf 753 voor Christus (de stichting van de Stad) tot aan zijn eigen tijd. Ab Urbe Condita in maar liefst 142 boeken (omgerekend 9000 pagina's tekst!). Van het werk is maar een beperkt gedeelte bewaard gebleven, de boeken 1-10 (koningstijd en vroege republiek), 21-30 (Tweede Punische oorlog) en 31-45 (oorlogen tegen Macedoniƫ en Syriƫ).Geschiedschrijving (historiografie) was voor Livius niet een wetenschappelijke aangelegenheid. In die zin kijkt hij heel anders tegen geschiedschrijving aan dan moderne historici. Voor hem diende het een moreel doel: Livius geeft ons voorbeelden (exempla) waaruit wij lering moeten trekken, en de voorbeelden zijn zowel negatief als positief. Ook in zijn aanpak was Livius niet te vergelijken met moderne geschiedschrijvers. Hij maakt nauwelijks gebruik van primaire bronnen (archieven), maar veelvuldig van het werk van zijn voorgangers. Daarnaast bezit hij de sterke eigenschap dat hij als het ware in staat is in zijn personages te kruipen en hun beweegredenen glashelder te doorzien. Livius' werk is eerder een historische roman dan een wetenschappelijk verantwoord en gedegen naslagwerk.