gemaakt met Magix; 2024
Autoriteitsargumentatie Bij een autoriteitsargumentatie voert de spreker al dan niet terecht een uitspraak van een alom gerespecteerd persoon of instantie (de autoriteit) aan om zijn eigen bewering kracht bij te zetten. In alledaags taalgebruik kom je een autoriteitsargument vaak tegen. Waarom mag ik geen broodje kroket? Omdat ik het zeg. Daar wordt de spreker zelf zijn eigen autoriteit, wat niet goed uitpakt voor de kwaliteit van argumenteren. Sommige mensen stellen zichzelf graag als autoriteit voor: “Neem dat nou maar van mij aan”, “Ik weet waarover ik praat”. Met een beroep doen op een gezaghebbende persoon of instantie is niets mis: je kunt zelf niet van alles exact op de hoogte zijn. Het beroep op autoriteit wordt pas een drogreden, wanneer de aangehaalde persoon of instantie niet deskundig is in de kwestie waarover de discussie gaat; of als zijn/haar worden verdraaid worden weergegeven; of als die deskundige zelf niet over argumenten beschikt, maar gewoon iets gelooft. (met dank aan www.scholieren.com) Voorbeeld uit het Latijn Divus quidem Nerva (nam privatus quoque attendebat his quae recte in publico fierent) missis ad me gravissimis litteris non mihi solum, verum etiam saeculo est gratulatus… (Plinius, epistula VII,33, 9) (De vergoddelijkte Nerva (want ook als privé-persoon schonk hij aandacht aan deze zaken die op de juiste wijze in het openbaar gebeurden) heeft door mij een zeer indrukwekkende brief te sturen niet alleen mij, maar ook onze tijd gefeliciteerd, …)