gemaakt met Magix; 2024
Leerdicht Het leerdicht wordt ook wel didactisch gedicht genoemd. De schrijver wil de lezer/luisteraar iets bijbrengen. Lucretius bijvoorbeeld wil in zijn werk De rerum natura de mensen vrij maken van hun angst voor de dood. Hij baseert zijn werk op de epicureïsche natuurfilosofie, de leer waarin de angst voor de dood onnodig is omdat na de dood de coherente atomen van het menselijk lichaam en die van de menselijke geest en ziel (die uit nog fijnere atomen bestaat) uiteenvallen. Wat uiteengevallen is in losse atomen is ook niet meer in staat tot waarneming. En juist op die waarneming baseert en mens zijn visie op het goede en het niet-goede. De rerum natura (Over de aard der dingen /”uiteraarterzake”) is geschreven in 6 boeken. In het eerste en tweede boek wordt de atoomleer van Epicurus beschreven. In het derde boek wordt die leer toegepast op ziel en geest (los van elkaar te beschouwen en beide stoffelijk). Het vierde boek gaat over de zintuiglijke waarneming, inclusief een verklaring van dromen. Het vijfde boek gaat over het ontstaan van de kosmos (= de geordende wereld om ons heen), dat van hemel en aarde, van de mensheid en diens cultuur. In het zesde boek gaat Lucretius in op ziekte ( waaronder de beschrijving van de pest in Athene) en meteorologische verschijnselen. Auteurs: Titus Lucretius Carus (De rerum natura) Publius Vergilius Maro (Georgica) Marcus Manilius Publius Ovidius Naso (Ars amandi/Ars amatoria